
Hapjes of papjes
Stukjes of prutjes
Ik doe mee of puree
Pakken of proppen
Het lijkt wel een gedicht van Cees Buddingh’ 😉
Zelf eten versus gevoerd worden bij baby’s
Maar ik wil het hebben over HOE je je baby voeding aanbiedt. Wat is beter? Voedt jij je baby of laat je het aan je baby over om dit zelf te leren?
Wat zegt de wetenschappelijke literatuur hierover? Welke mijlpalen laten zien dat je kind toe is aan vaste voeding?
Rol van darmrijping bij baby’s
Een veel gehoord argument is dat de darmen van je kind rijp genoeg moeten zijn. Maar er zijn aanwijzingen dat de darmrijping mede bepaald wordt door de ingenomen voeding. De truc is om niet te vroeg te beginnen en goed te kijken (en aan te passen, waar nodig) naar hoe het gaat.
Dus bouw het rustig op. In mijn praktijk heb ik met een aantal casus te maken gehad, waarbij baby’s tussen 5 en 9 maanden niet goed reageerden op vaste voeding. En de oplossing was telkens: even weer terug naar geen vaste voeding, 1 of 2 weken puur moedermelk en daarna weer iets kleins proberen.
Eén moeder meldde zich bij mij met haar baby van 9 maanden die via de huisarts de maximale dosis laxeermiddelen kreeg. En ondanks dat, had het kindje nog steeds last van bloed bij de ontlasting, veel moeite en ongemak bij het poepen. De moeder was haar melkproductie vanaf 7 maanden geleidelijk aan het afbouwen geweest. Ze had er gemengde gevoelens over. Aan de ene kant had ze het gevoel dat haar kind al groot was. Haar man had haar om deze reden aangemoedigd om af te bouwen, want hij vond het geen gezicht zo’n grote baby aan de borst. Ze werkten samen op een binnenvaartschip, dus werk en privé liep een beetje in elkaar over en hij was er dus ook de hele dag getuige van dat zijn dochter met 7 maanden nog de borst kreeg. Maar de pijn bij het poepen en de bloed in de ontlasting, deed de moeder toch een andere afweging maken. Toen ze contact met me opnam, was haar melkproductie nog niet helemaal weg en ze vroeg zich af of ze het weer zou kunnen opbouwen. We hebben een plan gemaakt om te kolven en op die manier haar productie te boosten. Na twee weken nam ze haar baby weer vaker aan de borst. Uiteindelijk kon ze stoppen met de laxeermiddelen, en heeft ze haar baby tot 12 maanden aan de borst gehad, met vanaf 9 maanden een hele geleidelijke herintroductie van vaste voedingsmiddelen, naast binnen 2 week volledige borstvoeding.
Een andere casus was van een baby van 9 1/2 maanden, die van hele gewone op het oog licht verteerbare voedingsmiddelen hele harde knikkers aan ontlasting kreeg, waar ze ook eindeloos op aan het persen was. Ze was met 6 maanden begonnen met vaste voeding, zonder problemen, maar haar moeder kreeg met 9 maanden een borstontsteking waarvoor ze ook antibiotica gebruikte. Bij antibiotica lees je in de bijsluiter dat er kans is op diarree, maar hier was ’t eerder het omgekeerde. In elk geval waren de darmen van slag, binnen een week na de borstontsteking. Bij die casus, onderbraken we de introductie van vaste voeding een week en begonnen daarna weer opnieuw. Dat bleek te snel. Zo gedurende maand een beetje uittesten met even pauze en puur moedermelk en weer vaste voeding geven en observeren hoe het ging. Dit kindje werd heel blij van zelf eten en pakte van een monkeyplatter zelf hele gevarieerde voedingsmiddelen.
Wanneer is een baby klaar voor vaste voeding? Signalen van gereedheid voor vaste voeding
- De EFSA beschrijft een aantal voorwaarden: bepaalde voedingsreflexen die horen bij een zuigeling moeten uitgedoofd en geïntegreerd zijn, waardoor je baby die gedrag niet meer reflexmatig (onwillekeurig) vertoont, maar bewust en vrijwillig. Van deze reflexen is vooral de wurgreflex degene waar je zo’n last van hebt bij he flesweigeren (of flesonkunde), iets onverwachts in de mondholte leidt door wegduwen met de tong, een beschermende reflex.
Door vanaf 3 maanden de kans te krijgen op vingers en speelgoed te zuigen en te kauwen, kan je kind oefenen en kan de kokhalsreflex en de wurgreflex naar dieper achterin de mond verschuiven. - Belangrijke antatomische veranderingen in de mondholte
Bij de geboorte neemt de tong het grootste deel van de mondholte in beslag (Bogaerts et al., 2012); het zachte gehemelte, de keelholte en het strottenhoofd bevinden zich dicht bij elkaar. Dit beschermt de luchtwegen tegen aspiratie van vloeistoffen. Het beperkt echter ook de bewegingen van de tong, zonder ruimte voor opwaartse of zijwaartse bewegingen en kauwen (Morris en Klein, 2000). Tijdens de eerste levensmaanden, met de groei van het hoofd en de nek, worden de mondholte en de bovenste keelholte groter (Stevenson en Allaire, 1991; Arvedson en Lefton-Greif, 1996) en ontstaat er ruimte voor meer verfijnde tongbewegingen en voor het kind om ander voedsel dan vloeistoffen te ontvangen (Morris en Klein, 2000). - Ontwikkelingen in de grove motoriek die belangrijk zijn, zijn controle over de bewegingen van het (relatief zware) hoofd en rompstabiliteit: je baby kan het hoofd goed rechtop houden en zakt niet in elkaar of opzij. Als dit je baby beter lukt bij jou op schoot, dan in een kinderstoel, dan is dat geen probleem. Voor het eten is van belang dat je kind de hals en het middenrif tijdens het eten gestrektt kan houden.
- Ontwikkeling in de fijne motoriek (die ook samenhangen met de integratie van de voedingsreflexen): je kind moet met te bovenlip kunnen afhappen en niet gaan slurpen, de tong moet niet enkel de golfbeweging van borstvoeding kunnen maken, maar ook bewust top en neer kunnen gaan om de voeding te pletten in de mondholte, de kaken moeten niet alleen op en neer, maar ook van links naar rechts kunnen bewegen en je kind moet dit kunnen aansturen.
- Als moeder van twee kinderen mis ik nog een aspect in de opsomming van de EFSA. Niet geheel onlogisch dat die niet vermeld werd, want de opinie waar ik bovenstaande wijsheden uit citeer werd gemaakt om te beoordelen welke leeftijdsaanduiding vermeld moest/mocht worden op ontbijtgranen/pap voor baby’s en jonge kinderen. Maar goed, ik merkte dat mijn kinderen tussen vijf en een halve maand en negen maanden heel veel ervaring opdeden met vaste voeding, maar dat het niet echt leidde tot serieuze hoeveelheden die ze echt doorslikten. Past toen ze een nieuw level unlocked hadden: toen ze van vasthouden in de knuistjes, naar vastpakken tussen duim en wijsvinger (de pincetgreep) overgingen, toen pas werd het écht overtuigend eten. Dus niet alleen moeten kinderen de tijd en de gelegenheid krijgen om mondvaardigheden te ontwikkelen, ook moeten ze oog- handcoördinatie vaardigheden ontwikkelen.
Tijdlijn van introductie van vaste voeding
2-4 maanden | Speelgoed en lepels om mee te spelen en op te knagen |
4-6 maanden
|
Gladde pureetjes en blootstelling aan allergenen (4-11 maanden), 1 tot 3 theelepeltjes per dag, prioriteit ijzergehalte van de voeding en in kleine hoeveelheden blootstelling aan allergenen |
6-8 maanden
|
Oefenen met stukje eten. Oefenen met uit een open beker drinken; jij houdt de beker vast |
9-10 maanden | Stukjes eten: Er zijn aanwijzingen dat hier de tijd voor nemen belangrijk is, zodat kinderen op de leeftijd van negen à tien maanden klonterige voeding en stukjes kunnen eten. Er wordt een verband gezien tussen deze vaardigheden en risico’s op latere leeftijd van selectief eten en verminderde acceptatie van groente en fruit.Zelf de beker vasthouden en eruit drinken |
Thema gedurende deze hele periode: blijf erbij, eten is een sociale activiteit, jij bent je baby’s grote voorbeeld, ga samen aan tafel zitten (geen tv of muziek aan) eet en praat met elkaar en met je baby.
Wat is beter? Stukjes of puree?
Nadeel puree
Uit onderzoek (noot 5) bleek dat kinderen die de fles kregen (met moedermelk of met kunstvoeding) én daarnaast vaste voeding kregen in de vorm van lepeltjes puree, te veel aten. En ze groeiden ervan in de lengte en de breedte. De andere kinderen hadden vooral een lengtegroei groeispurt. Uit een ander onderzoek (noot 3) kwam dat kinderen langer lepeltjes puree kregen op 3,5 jarige leeftijd meer kans hadden op een achterstand in hun hersenontwikkeling
Er wordt een verband gezien (noot 1) tussen de vaardigheden om op de leeftijd van 9 a 10 maanden stukjes te eten en risico’s op latere leeftijd van selectief eten en verminderde acceptatie van groente en fruit.
Voordeel stukjes
De zelfregulatie -reageren op honger of een vol gevoel- lukte de borstgevoede baby’s beter en het lukte ook beter bij baby’s die zelf met stukjes in de weer gingen (noot 5), ongeacht of ze fles of borst kregen.
Het leren omgaan met zelf eten van stukjes, leidde tot meer sensorische input (noot 3).
Voortzetting van de borstvoeding wordt aanbevolen samen met de introductie van vaste voeding. Je hoeft niet aan te sturen op het minderen van de voedingen, de sensorische input van borstvoeding en de druk op de vorming van de onderkaak en de bovenkaak zijn een waardevol onderdeel ten gunste van vaardig worden met vaste voeding. Ook als vaste voeding tijdelijk uitdagingen geeft, zoals in de genoemde voorbeelden is het praktisch om terug te kunnen vallen op borstvoeding.
Allergenen
Baby’s met een hoog risico op een pinda-allergie (kinderen met ernstig eczeem, ei-allergie, of beide) hebben er baat bij om vroeg te beginnen met pinda (bijvoorbeeld als gladde pindakaas) tussen 4 en 11 maanden. Bij het CJG kun je hier specifiek een afspraak voor maken, zodat er bij de blootstelling aan een dergelijk allergeen begeleiding is (noot 4).
Gluten
Gluten kunnen worden geïntroduceerd tussen de leeftijd van 4 en 11 maanden. De consumptie van grote hoeveelheden gluten moet worden vermeden tijdens de eerste weken na de gluten introductie en ook tijdens de kindertijd. Beperk het tot hier en daar een korst.
Van gladde naar grove puree?
Half vloeibare voeding is moeilijk te controleren voor beginnende eters. Bij een grove puree, kan het vloeibaar deel een onverwachte stevige brok meevoeren. Dus de vraag is of dat een handige tweede stap is. Maar over de beste manier op van kleine hapjes gladde puree naar volwaardige maaltijden te komen is nog niet zoveel bekend. Wel zeker is dat je als baby op tijd de kans moet krijgen om vaardig te worden in met stukjes eten. Er pas met 10 maanden mee beginnen is te laat.
Voor premature baby’s gelden de termijnen voor vaste voeding vanaf de uitgerekende datum. De mijlpalen van rompstabiliteit en hoofd goed rechtop kunnen houden zijn hierbij belangrijk.
IJZER
Alle baby’s en dreumesen moeten een gevarieerd dieet aangeboden krijgen, vooral voedingsmiddelen met verschillende smaken en texturen, inclusief de bittere smaak van groene groenten. De ESPGHAN benoemt dat er wellicht theoretische redenen zijn om verschillende adviezen te geven aan gezinnen die borstvoeding geven en gezinnen die kunstvoeding geven, toch adviseert de ESPGHAN om dit niet te doen, omdat het hun inschatting is dat dit waarschijnlijk verwarrend is.
De ESFA maakt wel onderscheid. En geeft advies om vanaf 4 maanden te beginnen met ijzerrijke voeding in de vorm van een gladde puree van een lepeltje voor een afgebakende groep baby’s, namelijk die mogelijk eerder dan met zes maanden behoefte hebben aan meer ijzer. De kinderen die daarvoor in aanmerking komen zijn:
- kinderen die vroeg of klein geboren zijn (<2500 g),
- Kinderen die snel afgenaveld werden (binnen 1 minuut) en
- Kinderen die borstvoeding krijgen van een moeder met een lange ijzerstatus
Referenties:
- ESPGHAN Complementary Feeding: A Position Paper by the European Society for Paediatric Gastroenterology, Hepatology, and Nutrition (ESPGHAN) Committee on Nutrition, JPGN Volume 64, Number 1, January 2017
- EFSA Panel on Nutrition, Novel Foods and Food Allergens (NDA); Castenmiller J, de Henauw S, Hirsch-Ernst KI, Kearney J, Knutsen HK, Maciuk A, Mangelsdorf I, McArdle HJ, Naska A, Pelaez C, Pentieva K, Siani A, Thies F, Tsabouri S, Vinceti M, Bresson JL, Fewtrell M, Kersting M, Przyrembel H, Dumas C, Titz A, Turck D. Appropriate age range for introduction of complementary feeding into an infant’s diet. EFSA J. 2019 Sep 12;17(9):e05780. doi: 10.2903/j.efsa.2019.5780. PMID: 32626427; PMCID: PMC7009265. https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC7009265/
- Somaraki M, de Lauzon-Guillain B, Camier A, Bernard JY, Tafflet M, Dufourg MN, Charles MA, Chabanet C, Tournier C, Nicklaus S. Timing of food pieces introduction and neurodevelopment: findings from a nationwide birth cohort. Int J Behav Nutr Phys Act. 2024 Oct 16;21(1):118. doi: 10.1186/s12966-024-01669-5. PMID: 39415260; PMCID: PMC11481772.
- JGZ richtlijn Voedselovergevoeligheid https://www.jgzrichtlijnen.nl/wp-content/uploads/2024/08/Richtlijn-Voedselovergevoeligheid-Samenvatting.pdf
- Jones SW, Lee M, Brown A. Spoonfeeding is associated with increased infant weight but only amongst formula-fed infants. Matern Child Nutr. 2020 Jul;16(3):e12941. doi: 10.1111/mcn.12941. Epub 2020 Jan 13. PMID: 31943799; PMCID: PMC7296821. https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC7296821/
- Arikpo D, Edet ES, Chibuzor MT, Odey F, Caldwell DM. Educational interventions for improving primary caregiver complementary feeding practices for children aged 24 months and under. Cochrane Database of Systematic Reviews 2018, Issue 5. Art. No.: CD011768. DOI: 10.1002/14651858.CD011768.pub2.